top of page

De ironie van het spirituele ego: hoe ons zelfbeeld ons ware levensdoel kan ondermijnen.


Wanneer je het woord 'ego' hoort, denk je misschien aan al die selfies die je elke dag willens nillens door je strot geduwd krijgt, of het vele Facebook en X publiek die alles beter weten, van klimaatverandering tot het recept voor de perfecte Gentse waterzooi, dikwijls tot grote ergernis van iedereen die werkelijk expert is op die gebieden. Of mijn persoonlijke grootste irritatie; de constante, onverzadigbare zelfverheerlijking en de eindeloze behoefte aan voortdurende validatie.


Onlangs woonde ik een lezing bij van Karen Hamaker-Zondag, een Jungiaanse psychologe die ons herinnerde aan een heel andere interpretatie. Volgens Carl Jung, de man die vermoedelijk meer lagen had dan het weer in Vlaanderen, is het ego niet enkel een bron van irritante Facebookupdates, maar een fundamenteel onderdeel van onze psychische structuur. Terwijl Hamaker-Zondag het podium betrad, gewapend met een Powerpointpresentatie die in wezen een universitaire lezing was over Jungs' theorieën aangaande het ego, kon ik het niet helpen te denken: hoe zou Jung zelf gereageerd hebben op zijn Instagram- of Facebookaccount?


Het fundamentele verschil tussen Jungs' visie en die van spirituele tradities ligt in het einddoel en de waardering van het ego. Voor Jung (en Karens' interpretatie) is het ego een noodzakelijk en centraal deel van de menselijke psyche dat geïntegreerd moet worden om psychologische gezondheid en heelheid te bereiken. In tegenstelling hiermee zien spirituele tradities het ego vaak als iets dat moet worden overwonnen of op zijn minst verminderd, omdat het een illusoire scheiding creëert tussen het zelf en een hogere of meer verbonden staat van zijn. Dus, terwijl Jungs' benadering het ego ziet als een integraal en positief aspect van de psyche dat moet worden begrepen en geharmoniseerd, zien spirituele tradities het ego vaak als een obstakel op het pad naar spirituele verlichting.


Vertrekkende van deze spirituele benadering, en dus onze zoektocht naar spirituele groei en verlichting, is het ironisch dat het grootste obstakel vaak binnenin onszelf ligt: het ‘nooit genoeg ego’. Veel spirituele tradities benadrukken het overstijgen van dit ego als essentieel onderdeel van onze spirituele reis. Toch zien we dat zelfs degenen onder ons die zichzelf als spiritueel beschouwen, vaak worstelen met de valkuilen van het ego. Zelfbenoemde spirituele mensen zondigen, soms onbewust, tegen deze wijsheden.


Het ego, de identificatie met het zelf, speelt een centrale rol in hoe wij ons leven en onze relaties vormgeven. In het Boeddhisme wordt het ego gezien als de oorzaak van lijden, door de illusie van een afgescheiden zelf. Het Hindoeïsme identificeert het ego met "ahamkara", de ik-maker, die ons verbindt met materiële beperkingen en ons weghoudt van onze ware aard, Atman. Soefisten spreken over "nafs", de lage zelf, die gezuiverd moet worden om dichter bij God te komen. Christenen en Taoïsten wijzen ook op de beperkingen die het ego stelt aan onze spirituele ontwikkeling en de harmonie met onze omgeving.


Hoewel veel spirituele paden ons aanmoedigen om ons ego te minimaliseren, blijkt uit de praktijk dat zelfs de meest toegewijde spirituele zoekers dikwijls struikelen over hun ego. Het zogenaamde 'spirituele ego' ontstaat paradoxaal genoeg wanneer mensen trots worden op hun spirituele vorderingen of kennis. Dit kan een gevoel van superioriteit creëren tegenover anderen die men als minder verlicht of minder toegewijd beschouwt.

Dit zien we terug in allerlei situaties: de persoon die zijn ervaringen gebruikt om zichzelf te onderscheiden of een bepaalde spirituele status te claimen; de persoon die dikwijls een nieuwe, spiritueel klinkende naam aanneemt die ze in elke context gebruiken, soms in een poging om een diepere spirituele identiteit te projecteren; iemand die voortdurend spirituele workshops en conferenties bijwoont, niet zozeer om te leren en te groeien, maar om te kunnen opscheppen over hoeveel evenementen ze hebben bijgewoond of wie ze hebben ontmoet; de persoon die dikwijls verwijst naar andere spirituele paden of praktijken als inferieur aan hun eigen gekozen weg; mensen die voortdurend spirituele citaten posten, soms zonder de diepere betekenis ervan volledig te begrijpen of te integreren in hun eigen leven; het type die zichzelf ziet als een spirituele redder of genezer, bestemd om anderen te 'redden' of te bekeren, of iemand die zijn spirituele identiteit uitdrukt door het verzamelen van symbolen, zoals kristallen, tarotkaarten, beelden en andere 'spirituele' objecten enz.…


Mijn bescheiden opinie is dat het spirituele ‘opgeblazen’ ego ons afleidt van wie we werkelijk zijn en van ons ware levensdoel; het overstijgen van individuele verlangens en het ervaren van een diepere verbinding met het Licht, God, Tao, Brahman of hoe je het ook al wil noemen.

Het spirituele pad is vol absurditeiten en tegenstrijdigheden, waarvan het ego misschien wel de grootste is. Het ego streeft naar voortdurende en nooit aflatende erkenning, naar bevestiging, status en superioriteit binnen de context van je spirituele beoefening, een verlangen om anderen te leiden of te beïnvloeden, eigen spirituele ervaringen of praktijken te gebruiken om zichzelf te onderscheiden van de massa.


Het spirituele pad kan gemakkelijk verstoord worden door hetzelfde mechanisme dat we proberen te overstijgen. Door waakzaam en vooral nederig te blijven in ons doen en laten, kunnen we hopen het ware doel van onze spirituele reis te bereiken en ons niet te laten misleiden door het subtiele maar krachtige, altijd op de loer liggende spirituele ego.


We moeten voortdurend waakzaam zijn voor de manieren waarop ons ego dit in de weg kan staan. Zelfreflectie en eerlijkheid is cruciaal. Het cultiveren van een houding van onvoorwaardelijke dienstbaarheid kan ook helpen om het zelfgerichte perspectief te verschuiven. Zoek en vind een gemeenschap, vrienden, kennissen die je ondersteunen en uitdagen in het licht van je spirituele ontwikkeling, zonder je naar valse hoogten te stuwen.

Mag ik vooropstellen dat de grootste hindernis dikwijls binnenin onszelf ligt - het subtiele, maar krachtig en verleidelijk spel van het ego? Ik wens je, maar ook mijzelf, een spirituele reis toe die geleid wordt door nederigheid, dienstbaarheid en een diep verlangen naar verbinding met het hogere, vrij van de dwalingen van het spirituele ego.


Noël Van Herreweghe

bottom of page