top of page

De bijna-doodervaring

Meer dan 4% van de Vlaamse bevolking kreeg een bijna-doodervaring

Noël heeft een niet aflatende gepassioneerde nieuwsgierigheid met betrekking tot een aantal vragen die we onszelf allemaal stellen. Is er een hiernamaals? Is er een vrije wil? Wat is essentieel voor geluk? Wat is het doel van het leven? Kunnen wetenschap en spiritualiteit worden gecombineerd? Wat gebeurt er bij de dood? Hij realiseert interviews met personen die een bijna dood ervaring achter de rug hebben, met wetenschappers en andere.

noel_pen.png

De cardioloog en chirurg Pim van Lommel vertelt ons in zijn boek ‘Eindeloos Bewustzijn’ dat een Bijna-doodervaring (BDE) de herinnering is van alle indrukken tijdens een bijzondere bewustzijnstoestand, met enkele specifieke elementen zoals het ervaren van een tunnel, het licht, een levenspanorama, het ontmoeten van overleden personen of het waarnemen van de eigen reanimatie.
Deze bijzondere bewustzijnstoestand kan optreden tijdens een hartstilstand, dus tijdens een periode van klinische dood, maar ook bij een ernstige ziekte of zonder duidelijke medische oorzaak.
Deze ervaring veroorzaakt nagenoeg altijd ingrijpende en blijvende veranderingen in de levenshouding, waarbij de angst voor de dood meestal verdwijnt.

Cijfers over het percentage mensen die een BDE kregen variëren. Een conservatieve schatting heeft het over meer dan 4% van de bevolking. Voor Vlaanderen komt dit neer op meer dan 260.000 personen.

In de meeste gevallen verdwijnt de angst voor de dood en krijgt men inzicht in wat belangrijk is in het leven: acceptatie, mededogen met alles wat leeft, absolute liefde voor andere schepsels, de natuur en de planeet als geheel, en compassie. Allereerst naar jezelf en acceptatie van de medemens, de natuur en de aarde.

Het eerste grootschalige onderzoek naar Bijna Dood Ervaringen (BDE) is uitgevoerd door dr. Raymond A. Moody en beschreven in zijn boek ‘De tunnel en het licht’. Na vraaggesprekken met meer dan duizend personen die een BDE hadden definieerde hij een aantal elementen die kenmerkend zijn voor een BDE:
* De onuitsprekelijkheid van de ervaring (woorden schieten te kort);
*   Een gevoel van vrede en rust;
*   Het besef dood te zijn;
*   Een buitenlichamelijke ervaring;
*   Verblijf in een donkere ruimte;
*   Het gevoel door een tunnel gezogen te worden;
*   Waarnemen van een niet-wereldse, prachtige omgeving;
* Communicatie met overleden familie, vrienden of andere personen;
*   Ontmoeting met een wezen van licht;
*   Een levensschouw, een terugblik op het voorbije leven;
*  Inzicht in wat het effect is van ons denken en handelen op de medemens en de natuur;
*   Een vooruitblik, een toekomstbeeld;
*   Het waarnemen van een grens;
*   Terugkeer naar het lichaam.

Weinig mensen ervaren al deze elementen tegelijk. Sommigen getuigen van slechts één of twee, anderen van vijf tot zes. 
Niet alleen de ervaring zelf, maar de blijvende implicaties op het verdere levensverloop van deze mensen laten altijd een diepe indruk na.

Een sterk gevoel van verbondenheid met alles en iedereen doet zich eveneens voor, alsook een sterk verhoogde intuïtieve gevoeligheid. Dit alles zorgt voor ingrijpende en blijvende veranderingen. BDE’ers worden vaak minder materialistisch, minder competitief, hebben meer belangstelling voor anderen, waarderen het leven meer en voelen een grotere neiging om niet-materiël gerichte doelen te stellen.

Een bijna-doodervaring kan ook traumatisch zijn met jarenlange gevoelens van eenzaamheid, maar ook met heimwee naar de ervaring. Een intens verlangen om hun verhaal te doen na deze beleving resulteert nogal dikwijls in teleurstelling over de reacties van dokters, verplegend personeel en in sommige gevallen zelfs familieleden.

Daarom doen sommigen er soms jaren over om hierover te praten en het te leren accepteren. Ze vrezen immers op een muur te botsen of zelfs belachelijk gemaakt te worden. Enkel indien de wetenschap formeel zal erkennen dat een BDE een authentieke menselijke ervaring is, zal die schroom verdwijnen. Daar zijn we echter nog niet aan toe. Het zou in concreto betekenen dat wetenschappers aanvaarden dat bewustzijn los staat van het brein, dat bewustzijn los van het lichaam kan ervaren worden, dat bewustzijn niet altijd samenvalt met het functioneren van onze hersenen. Volgens de gangbare materialistische visie op bewustzijn, kan bewustzijn immers enkel ontstaan via de wisselwerking tussen neuronen en synapsen in de hersenen. Wat in complete tegenspraak is met de vele evidenties die zich opstapelen over bewustzijnstoestanden die zich voordoen tijdens perioden van volledige afwezigheid van enige vorm van hersenactiviteit.

bottom of page