top of page

Dementie als spirituele zoektocht – Hans Siepel


In een van de gnostische boeken uit de Nag Hammadi-geschriften, ‘Verhandeling over de ziel’, schrijft de auteur in poëtische woorden over de zoektocht in het aardse bestaan van de menselijke ziel. Het aardse leven is geen toevallige en doelloze onderneming. Door het leven heen zoekt de ziel haar goddelijke oorsprong. Maar ze kan dat alleen, zo houdt de schrijver zijn lezers voor, door de dieptepunten en hoogtepunten van de aardse werkelijkheid te doorleven en ervan te leren. Deze tekst is meer dan tweeduizend jaar oud. Wat heeft het ons nog te vertellen? Misschien wel veel meer dan de ouderdom van de tekst doet vermoeden. In elk geval is duidelijk dat de schrijver het wezen van ieder mens fundamenteel anders zag dan wat de zeventiende-eeuwse verlichting ons opgeleverd heeft. Zo was het in zijn tijd ondenkbaar de menselijke geest en het bewustzijn terug te brengen tot het domein van onze hersenen.

De huidige westerse (medische) wetenschappers die zich met bewustzijnsonderzoek en geestesziekten bezighouden, zeggen nu wel beter te weten. Het menselijke bewustzijn is een materialistische aangelegenheid. Het komt in het stoffelijke (onze hersenen) tot stand. Deze materialistische visie op het menselijke bewustzijn staat niet ter discussie. Op alle medische faculteiten wordt studenten geleerd dat bewustzijn en geest ‘geproduceerd’ worden in de hersenen. Al onze gedachten, gevoelens en emoties worden in en door het stof geboren en vergaan uiteindelijk weer tot stof. Alles wat we in ons bewustzijn en onze geest beleven en ook ons gedrag wordt door een uiterst verfijnde machinerie van zenuwcellen en chemische reacties in onze hersenen geproduceerd. Psycholoog Reber zegt het zo: ‘Ik denk dat we tegenwoordig beter kunnen zien dat psychisch leven de keerzijde is van elektrische-

biochemische processen in de hersenen. De psychische identiteit van elk individueel mens ontwikkel zich vanaf de geboorte met de hersenprocessen en met de interactie met de sociale omgeving. Eén van mijn basisovertuigingen is dat belevingen, welke dan ook, altijd gebonden zijn aan eenmateriesubstraat; in dit geval de hersenen.

Geestesziekten zijn dan het logische gevolg van het disfunctioneren van deze machine. De gangbare therapie is er dan ook gericht deze machine weer aan de praat te krijgen. Bij sommige ziekten, zoals dementie, heeft men de juiste middelen nog niet gevonden om het ziekteproces te stoppen, maar bij ADHD, depressies en schizofrenie hebben de wetenschap en farmaceutische industrie een groot assortiment (chemische) medicaties in de schappen liggen om in te zetten. Miljoenen Nederlanders zijn aan de Prozac en meer dan een half miljoen keer per jaar worden er medicaties voor ADHD-kinderen voorgeschreven. Maar wat nu als zou blijken dat de aannames van deze reductionistische en materialistische verklaring niet kloppen? Dat geest en bewustzijn niet geproduceerd worden in en door de hersenen? Dan dringt zich een boeiend vraagstuk op: hoe dan depressies, ADHD, schizofrenie, dementie en andere geestesziekten te verklaren en te begrijpen? Wie de signalen uit de

samenleving goed verstaat en serieus neemt, ontdekt dat van diverse kanten het materialistische verklaringsmodel van het bewustzijn ter discussie gesteld wordt. Het inzicht dat het menselijke bewustzijn niet op houdt te bestaan met de fysieke en stoffelijke dood groeit.

Maar ook binnen de eigen wetenschappelijke discipline stellen moedige mensen kritische vragen bij het bestaande paradigma. Vragen die niet al te gemakkelijk terzijde geschoven kunnen worden. In zijn veel geprezen en verkochte boek ‘Eindeloos bewustzijn’ over bijna-doodervaringen, komt oud-cardioloog Pim van Lommel, die zelf geschoold is binnen het materialistische paradigma, tot de conclusie dat de aannames van dat paradigma niet standhouden. Het menselijke bewustzijn sterft niet met de stoffelijke dood, maar gaat over in, wat hij noemt, een ‘verruimd bewustzijn’. Het menselijke brein produceert dus geen geest en bewustzijn, maar faciliteert deze slechts.

Zo zijn we weer terug bij de schrijver van de ‘Verhandeling van de ziel’. Hij zou hier niet van opgekeken hebben.

Het geestelijke en intellectuele klimaat van die tijd zag het wezen van de mens niet als stoffelijk, maar juist vooral als ‘verruimd bewustzijn’. De mens is geest, ziel en stoffelijk tegelijkertijd. Veel meer dan op het lichamelijke, materialistische bewustzijn, was de aandacht gericht op geest en ziel. De Griekse wijsgeer Pythagoras meende dan ook dat artsen zowel aandacht voor het lichaam als de ziel moesten hebben, want ‘geen wezen kan gezond zijn, zolang de ziel, het hogere deel dat in het lichaam huist, ziek is’. Met de zeventiende-eeuwse verlichting heeft de westerse mens deze wijsheid verloren. Ze is weggeschreven uit het medisch-wetenschappelijk discours. Maar tegen de stroom van het dominante materialistische mens- en wereldbeeld zien we nu een renaissance van deze oude spirituele wijsheid. Geest en ziel zijn weer terug binnen het maatschappelijke discours.

Wat betekent dit voor het begrijpen van geestesziekten, zoals dementie? Als de hersenen niet het bewustzijn produceren, maar slechts faciliteren, dan is de huidige medische verklaring van dementie onvoldoende. Alzheimer, zegt ook de Alzheimerstichting in alle publieksinformatie, is een ziekte van de hersenen. Omdat hersencellen veranderen en afsterven, wordt het denkproces van de mens aangetast, dat leidt tot geheugenverlies, het verlies van aangeleerde vaardigheden en veranderingen in gedrag. Als nu de stelling van een ‘verruimd bewustzijn’ juist is, dan ontkomen we er niet aan om andere verklaringen te zoeken. Dementie is dan meer dan het afsterven van het bewustzijn, want als de hersenen geen bewustzijn produceren, kan het ook niet afsterven. Wat gebeurt er dan met de geest van dementerenden? In het boek van Van Lommel komen mensen aan het woord die een bijna-doodervaring gehad hebben. Zij vertellen ons dat nadat de hersenfunctie uitgevallen was, hun bewustzijn overging naar een andere, ruimere dimensie. Ze voelden niet meer de beperkingen van het bewustzijn, dat, zoals ze zelf aanduiden, gevangenzat in het lichaam. Zou iets vergelijkbaars plaatsvinden bij dementie? Dat het bewustzijn niet afsterft, maar geleidelijk overgaat naar een andere dimensie van het bewustzijn?

Zeven jaar geleden werd bij mijn moeder dementie vastgesteld. In het verloop van haar ziekteproces, dat drie jaar duurde, hebben we met de ogen van Pythagoras naar het verloop van haar ziekte gekeken. We ontdekten tot onze eigen verbazing dat haar bewustzijn inderdaad niet afstierf. Wat wel gebeurde, is dat haar bewustzijn zich uit ‘onze’ werkelijkheid terugtrok. Maar dat is wezenlijk iets anders dan afsterven. Haar bewustzijn zocht andere dimensies op van haar verruimde bewustzijn; haar ziel. Deze nam de ‘regie’ over en gebruikte dementie als een middel om alsnog haar zwaar traumatisch verleden als kind (waar wij overigens geen enkele weet van hadden) te verwerken. Haar persoonlijke ego had zich ooit voorgenomen om daar nooit over te spreken. De dementie brak echter deze zelf opgelegde bewustzijnsbeperking open. Pythagoras zou zeggen dat haar ziel sprak om, met de woorden te spreken van de schrijver van de ‘Verhandeling over de ziel’, ‘gereinigd terug te keren naar haar oorsprong’. Tot voor kort zou deze meer spirituele benadering van dementie als mogelijke stem van de ziel worden afgedaan als een oeroud mythologisch idee, dat allang door de wetenschap ontrafeld is. Maar nu het bewijsmateriaal gestaag groeit dat het bewustzijn wel degelijk een niet- stoffelijke dimensie heeft, kan de vraag naar de relatie spiritualiteit en dementie niet uit de weg gegaan worden.

In de reacties op mijn boek ‘Stemmen van de ziel; vergeten waarheid van dementie’, over mijn dementerende moeder, merk ik dat familie en hulpverleners, in het verlengde van een andere kijk op het wezen van de menselijke geest, aan een andere betekenisgeving van dementie behoefte hebben. Hier ligt een belangrijke taak voor belangenorganisaties zoals Alzheimer Nederland. Het zou zeer toe te juichen zijn als er meer ruimte komt, onderzoek gedaan wordt en deskundigheid gebundeld wordt om dementie in een meer spiritueel perspectief te verstaan.

In het belang van dementerenden, maar ook voor familie, betrokkenen en hulpverleners.



bottom of page